dinsdag 2 juni 2009

Waardevol Werk




Loonarbeid een kwestie van waarde-oordelen?

Er zijn nog maar weinig mensen, die niet van mening zijn dat leraren, universitair docenten of de nieuwe categorie "assistenten in opleiding" zwaar onderbetaald worden. Werpen we echter regelmatig een blik op de krantenkoppen dan valt op dat er vele beroepsgroepen zijn, die hetzelfde beweren en strijdvaardig optrekken naar Den Haag. Politie, verplegend personeel, akkerbouwers, vrachtwagenchauffeurs, ambtenaren en bouwvakkers lijken in dit opzicht aan dezelfde besmettelijke ziekte te lijden, die loonstrijd heet. Iedereen weet inmiddels echter ook dat bomen niet meer tot in de hemel groeien en dan hebben we (meestal de overheid als grootste werkgever) een probleem, want wie heeft er het meeste gelijk en hoeveel meer dan?
Hoe en onder welke omstandigheden of volgens welke criteria worden deze looneisen al dan niet ingewilligd ?
Het geeft wel te denken als politiemensen hun eisen wel ingewilligd zien, terwijl het verplegend personeel voorlopig in de kou blijft staan. Is het dan toch een kwestie van macht waarbij de politie als sterke arm van de overheid duidelijk meer mogelijkheden heeft om haar belangen na te streven?
In het algemeen blijft de vraag wat is wijsheid in zo'n geval? Er worden ware hoogstandjes van dialectiek opgevoerd bij de verdediging van dit soort maatregelen en vaak wordt er gezinspeeld op maatschappelijke sentimenten of gemeenplaatsen. Zo blijven de mensen geloven in de illusie dat intellectueel werk hoger beloond moet worden dan handwerk.
Illusie omdat de praktijk het tegendeel bewijst. Een beetje vakman kan heel wat meer bijeen vergaren door "nevenactiviteiten" dan een studiebol, die pas rond zijn 24e jaar zijn eerste aanvangssalaris kan opstrijken en dan ook nog zijn studieschuld moet afbetalen.
Hoeveel meer waard is een sociaal werker vergeleken met een kunstzinnig begaafde of een scherpe analyticus? Dat er sprake is van verschillende kwaliteiten met een verschillende mate van sociale, maatschappelijke of economische waarde is maar al te evident. Toch wordt nog steeds gezocht naar de formule om appels met peren te vergelijken.
Knappe stukjes rekenwerk zoals functiewaarderingssystemen die criteria onderscheiden zoals fysieke belasting, benodigd kennis niveau, ongemakken, mate van leidinggeven (alsof leidinggeven moeilijker is dan leiding verdragen), zelfstandigheid en vooral afbreukrisico (de mate waarin iemand schade kan berokkenen aan de organisatie). Uiteraard is hier niets op tegen, want als we oprecht zijn moeten we toegeven dat een objectieve vergelijking (gelijke monniken, gelijke kappen) beter is dan subjectieve willekeur. Zoals de willekeur van een directeur, waarbij de "meeheulers" meer in het loonzakje vinden dan diens opponenten. De vraag is alleen: wat is objectief in dit verband? Is wetenschappelijk aangetoond dat hoofdarbeid moelijker en zwaarder is , dan lichamelijke en zo ja is dat dan een geldige reden voor een hogere vergoeding?

Persoonlijke talenten en kwaliteiten, aangeboren of aangeleerd , zijn uniek en divers en kunnen op verschillende plekken van dienst zijn. Wie maakt uit wat meer waard is? Is het niemand opgevallen dat in de hoogste inkomensgroepen vaak voorkomen de idolen uit de muziekwereld, topatleten, filmsterren en striptekenaars ? Waarom? Omdat ze bekend zijn, gewild en geliefd bij een zeer groot publiek, ze zijn verworden tot een massaconsumptie-goed. Daar slaat de commercie munt uit en betaalt belachelijke bedragen. Is de mens is in de 20e eeuw verworden tot handelswaar?
Zo heb ik me ook eens afgevraagd waarom een "sales" met een gelijkwaardige opleiding, kennis en kunde toch stukken meer verdient dan iemand die in de productie of in een R&D-omgeving werkzaam is? Inmiddels is me duidelijk geworden dat het een kwestie is van dichter bij het vuur zitten (daar waar het geld verdiend wordt)!


Kortom er is maar een principe dat werkelijk objectief en rechtvaardig is en dat is kort samengevat: "one man one loan"! Na die doorbraak van helder inzicht ben ik een fervent voorstander geworden van een basisinkomen voor ieder, uiteraard zonder een vorm van arbeidsinzet (of andere mooie woorden) als voorwaarde te stellen. Alleen op die manier kan de menselijke arbeid weer vrijgemaakt worden uit de wurggreep van overheid of economie en een werkelijke, vrije bijdrage leveren aan het welzijn van mens, natuur en cultuur. Is arbeid niet het resultaat is van vermogens van mensen die uniek zijn naar aanleg en mogelijkheden en dat ieder een steentje kan bijdragen hoe handig, slim of praktisch ook? Menselijke arbeid is geen schaars product en verdient derhalve ook geen prijskaartje !
Kinderarbeid is al lang verboden, het wachten is nu op de beslissing om loonarbeid voorgoed van het toneel te laten verdwijnen. Misschien, voor mij eigenlijk wel zeker, dat mensen dan doen wat ze willen en kunnen en zo een maatschappelijke bijdrage leveren !

Geen opmerkingen: