dinsdag 2 juni 2009

De Filosofie van Bedrijfskunde



Filosofie betekent letterlijk Liefde tot Wijsheid.


Een bedrijfskundige die filosofeert tracht een dieper inzicht te krijgen in het fenomeen organisatie(ontstaan, bestaan, functioneren en de zin of betekenis).Dit bepaalt hoe dit fenomeen wetenschappelijk onderzocht kan worden.
ledere organisatie heeft een doel, daaraan ontleent het zijn/haar bestaansrecht. Daaraan ontleent het dus ook zijn/haar zin en betekenis. De kern van iedere organisatie ligt dus vervat in doelstellingen en wijze en middelen om die te realiseren. Om in gangbare termen te spreken: missie, strategie en beleid!
Vandaar dat het beter is te spreken over "ondernemingen" waarin tot uitdrukking komt dat men iets wil. In ondernemingen hebben een aantal mensen hun kennis, kunde en middelen gebundeld om gezamenlijk iets na te streven of te gaan doen.
De mens is het levende element in ondernemingen en kan aangemerkt worden als initiator, gangmaker en in stand houder. Dat vinden we terug in waarom en hoe organisaties ontstaan, functioneren ,zich ontwikkelen en resultaten afwerpen.
Net als mensen kunnen organisaties actief dan wel reactief handelen; vanuit een innerlijk streven, doel en beeld danwel op grond van omstandigheden en inwerking van buitenaf( vanuit de omgeving).
Zoals ook ieder mens uniek is zo is ook iedere organisatie uniek. Die uniciteit vinden we terug in wijze van ontstaan, de personen die deel uitmaken van de organisatie, de geformuleerde doelstellingen en de wijze om die te bereiken.
Organisaties vergeten vaak hun verantwoordelijkheden en uniekheid. Zingeving is de bepalende factor in het leven en bestaan van organisaties. Ze zijn namelijk met een bepaalde zin ontstaan. De mate van gezondheid of succes van organisaties zijn dus ook per definitie uniek en per situatie verschillend afhankelijk van de gestelde doelen. Waarbij vaak vergeten wordt de grenzen aan te geven. Minimumgrenzen hanteert men wel namelijk zoveel omzet, winst etc., maar maximumgrenzen vreemd genoeg niet. Gangbaar is nog steeds de idee "hoe meer winst hoe beter". Bovendien kun je je afvragen of "winstmaken" wel een doelstelling kan zijn. Is winst maken niet meer dan slechts een voorwaarde om te kunnen voortbestaan en in die zin slechts een afgeleide doelstelling is van b.v. continuïteit. Continuïteit is als doelstelling op haar beurt ook weer een afgeleide doelstelling .Continuïteit is slechts een middel om de doelstellingen(product/dienst leveren) te kunnen realiseren. Het doel van een onderneming om te blijven bestaan vanwege het feit dat het bestaat is onzinnig.
Het moet kunnen blijven bestaan als er sprake is van een zin of functie die bij het verdwijnen van de organisatie zou ophouden. Die zin ligt besloten in het aanbieden van een dienst/product waaraan een behoefte bestaat.
Gezondheid is een relatief en individueel bepaald begrip. Het is een momentopname en evenwichtsituatie (niet teveel en ook niet te weinig).
Kanker is een voorbeeld van ongeremd groeiproces in de mens. In organisaties kunnen ook kankerachtige toestanden optreden, niet bewust gewilde, geïntegreerde, controleerbare, bestuurbare processen die een eigen leven gaan lijden los van doelstellingen van het geheel.

De zin van bestaan wordt ontleend aan het blijvend rekenschap geven van wat de taak of opdracht is. Die zin bepaalt wat men doet, waarvoor men strijden wil of waarop men hoopt. De idee dat men zelf richting en inhoud geeft aan het leven van organisaties.
Organisaties hebben een onvoorwaardelijk geloof in een onvoorwaardelijke zin nodig.
De poging om doel en zin aan organisaties te geven is essentieel voor het ontstaan, bestaan en gezond functioneren van organisaties. Daarbij moeten we zo open en breed mogelijk kijken.
Holistisch als het ware en zonder eenzijdig gebruikmaken van gereduceerde organisatiebeelden. Geen economisch, technologisch, psychologisch, sociologisch reductionistisch beeld kan de volledige werkelijkheid van organisaties verklaren.

Een geïntegreerde alomvattende aanpak is gewenst. Organisaties kunnen niet alleen verklaard worden vanuit het fenomeen geld evenmin vanuit het fenomeen techniek of product etc. Het is een complex fenomeen met velerlei onderlinge betrekkingen, wisselwerkingen en samenhangen en dynamische, kwalitatieve aspecten.
Een organisatie is dynamisch dankzij het bestaan van een zekere spanning tussen datgene wat men wil bereiken en bereikt heeft. Daarin ligt de uitdaging of de kloof namelijk tussen datgene wat de organisatie is en moet worden. Die spanning is inherent aan ondernemen en onmisbaar voor een gezond functioneren. Dat betekent ook dat die spanning voortdurend gevoed moet worden door bezinning, afstand nemen, beschouwend bezig zijn. Er moet een streven zijn om een waardevol doel te bereiken. Ga op zoek naar de zin van een organisatie !
Wat heeft het te geven aan de wereld, wat wil het volbrengen? Wat ontvangt het uit die wereld(wat zijn de resultaten, hoe waardeert men de organisatie, welke taak wordt haar toegedicht)?

Een organisatie die een reden heeft om te bestaan kan in alle omstandigheden overleven. Het gaat dus om de bestaansreden en die ligt voor organisaties in het aanbieden van producten of diensten waaraan behoefte is tot uitdrukking komend in de vraag hiernaar en de bijbehorende waarde die men eraan toekent.
Iedere organisatie zal zich voortdurend moeten afvragen wat de zin is van haar ontstaan, bestaan en voortleven. Daarbij komen persoonlijke ,organisatie alsook maatschappelijke sociale doelstellingen aan bod.
Succes is een resultaat, bijverschijnsel van een goed functionerende organisatie want alle leven kenmerkt zich door groei en ontwikkeling, vernieuwing. Stilstand is achteruitgang. Groei is vooruitgang.

Kan herhaalbaarheid als eis gesteld worden aan wetenschappelijk onderzoek als het gaat om organisaties?
Nee, want organisaties zijn uniek en het functioneren is persoons-, plaats- en tijdgebonden.
Hoe staat het met algemene geldigheid, voorspelbaarheid, generaliseerbaarheid?
Werkend met die onderzoekseisen kunnen we slechts zeer globale uitspraken doen die de complexe werkelijkheid geweld aan doen.
We zullen naar individuele, specifieke gevallen moeten kijken (cases) om een dieper inzicht te krijgen.
Wat voor bedrijven zijn succesvol en waarom?

Wat zijn factoren voor succes? Goed ondernemerschap, een goed product, organisatie van de productie, voldoende vraag naar dat product en een goede marketing etc..??
Wat is succes ? Wat is een uniek product? Wat is goed ondernemerschap? Dat zijn vragen die niet te beantwoorden zijn in de vorm van definities maar slechts in omschrijvingen die weer allerlei aspecten aangeven.
De werkelijkheid is te divers en te complex dat zich onttrekt aan sluitende definities, vakjes, hokjes en wetten.
Iedere vorm van wetenschapsbeoefening begint met een notie over de aard van de werkelijkheid. Die notie gaat vooraf aan onderzoek en theorievorming dat heet paradigma of epistemologie.

Het besef dat we de werkelijkheid nooit volledig zullen kunnen beschrijven noopt ons tot reductionisme die niet te voorkomen is .Elke wetenschapsvorm schept zijn eigen werkelijkheid. We zullen dus moeten zoeken naar een vorm die recht doet aan het stuk werkelijkheid dat we trachten te onderzoeken.
Eerste stap moet dus zijn verschijnselen te onderzoeken en te bestuderen in de werkelijkheid via casestudie.
Iedere ondernemer is een kunstenaar die creatief, uniek en steeds weer nieuwe en aldoor nieuwe wegen baant. Toch kan men zinvolle beschouwingen wijden door het onderzoeken van de geschiedenis van bedrijven of organisaties.

Geen opmerkingen: