Onderstaand artikel is ook gepubliceerd als opinie artikel in het Eindhovens Dagblad op woensdag 25 februari 2015 en ook in de Februari Nieuwsbrief van het Fontys Instituut BEnT. Verder ook in het voorjaarsnummer 2016 van het kwartaaltijdschrift Driegonaal.
Samen zijn we het slimst.
Het eerste voorbeeld dat
hij gaf was misschien wel het oudste en opgetekend door de Engelse wiskundige
en psycholoog Francis Galton (1822-1911). Hij heeft uitgebreid studie gemaakt
van een fenomeen dat we allemaal kennen. Zo
worden klanten gevraagd om bijvoorbeeld een schatting te maken van
het aantal voorwerpen in een pot of het gewicht van een voorwerp. Zo maakte
Galton mee dat op de markt in Plymouth waar hij woonde, gevraagd werd naar het
gewicht van een koe die te koop werd aangeboden. Alle voorbijgangers en
bezoekers brachten een schatting uit en uiteindelijk werd een winnaar bekend
gemaakt. Galton ging met alle uitkomsten rekenen en hij constateerde tot zijn
grote verrassing dat het gemiddelde gewicht van alle schattingen het meest
nauwkeurig was en zelfs nauwkeuriger was dan de beste schatting ! Het
publiek bestond uit een zeer gemengd publiek van slagers, handelaren,
verkopers, kopers en toevallige voorbijgangers. Het was dus een volstrekt willekeurige mix van deskundigen en leken.
Galton (toevallig de neef van de bekende Charles Darwin) en zelf afkomstig
uit de betere kringen had weinig op met democratische hervormingen en
inspraak of medezeggenschap van de bevolking, maar na deze frappante resultaten
stelde hij zijn inzichten bij. Als de resultaten betrouwbaar zijn dan
is een democratie, waar de stem van het volk doorslaggevend is ,
inderdaad de beste staatsvorm.
Iemand die veel van
dergelijke onderzoeken heeft geïnventariseerd en heeft vastgelegd is
de Amerikaanse journalist James Surowiecki in het boek The wisdom
of crowds uit 2004. Hij was redacteur bij The New Yorker
en schreef voornamelijk over business en financiële onderwerpen in zijn column
“The financial page”. De
auteur betoogt in het boek dat (grote) groepen mensen een grotere
intelligentie of wijsheid hebben dan afzonderlijke mensen en dat collectieve
intelligentie de zakenwereld, economie en samenlevingen vormgeeft. Om deze bewering te bewijzen gebruikt hij
vele voorbeelden. Interessant is daarbij natuurlijk de vraag of dit een kwestie
is van toeval, intuïtie of collectieve intelligentie. De vele
aangetoonde resultaten maken duidelijk dat de eerste verklaring zeker
vervalt.
Een zeer opvallend
voorbeeld was de zoektocht naar een verdwenen Amerikaanse kernonderzeeër
de USS- Scorpion. Die werd in 1968 gevonden door de
Amerikaanse marine op basis van kennis verzameld door een grote groep van
diverse experts zoals wiskundigen, oceanologen en marinemensen. Op basis daarvan werd een berekening gemaakt
en het gemiddelde bepaalt waarin alle genoemde mogelijke uitkomsten die door
deskundigen waren gegeven werden meegenomen. De berekende uitkomst was een
plek die niemand van de afzonderlijke experts had gegeven, maar het bleek wel
de meest nauwkeurige plek te zijn, toen de onderzoekboot op ongeveer deze
plaats werd gevonden (met een afwijking van ongeveer 200 meter). Ook hier
blijkt de collectieve kennis betrouwbaarder is dan die van experts. Dat biedt interessante opties. Zouden
we bijvoorbeeld Osama bin Laden eerder hebben gevonden als we
crowdsourcing hadden toegepast? Of in het verlengde van het eerdere voorbeeld
kun je denken aan de zoektocht naar de inmiddels twee
verloren Maleisische passagiersvliegtuigen.
Zou dit ook gelden voor
voorspellingen van bijvoorbeeld aandelenkoersen, grondstofprijzen of
economische crises?? De eerste twee onderwerpen zijn inderdaad diepgaand
onderzocht en hebben verbluffende resultaten opgeleverd die de theorie van
Surowiecki bevestigen. Zo hebben medewerkers
van het Nederlandse bedrijf MCB , waar Vlems zelf werkzaam is, de
toekomstige staal- en aluminiumprijzen voorspeld en vergeleken met de geschatte
prijzen van een expertkantoor . De medewerkers deden het beter bleek achteraf.
Surowiecki beschrijft ook nog een ander bijzonder voorbeeld uit de VS waar het bedrijf Goldcorp te maken kreeg met een afnemend aantal geschikte locaties, waar zich mogelijk interessante goudvoorraden zouden kunnen bevinden. Ze zetten een experiment op en riepen leken en deskundigen op om interessante locaties aan te wijzen. Van de genoemde locaties bleken er 50% nieuw te zijn, die dus nog niet onderzocht waren en daarvan bleek 80% ook een treffer op te leveren. Dat betekent dat deze locaties geschikt zijn voor een winstgevende exploitatie. Dergelijke scores haalde men eerder niet op basis van ingeschakelde (dure) expertbureaus. Betekent dit het einde van veel adviesbureaus?? Heeft de crowd altijd gelijk??
Als dat inderdaad waar
is dan moeten we de ingeslagen weg van de Belgische schrijver David van
Reybrouck en beschreven in het boek “Tegen
democratie” gaan volgen. Reybrouck pleit voor versterking van de democratie
door meer directe democratie en volksraadpleging. Zo
heeft hij grote groepen burgers verzameld in zogenaamde G1000
bijeenkomsten en ze laten beslissen van beleidsvraagstukken met bijzondere
resultaten. Een willekeurig samengestelde grote groep mensen komt tot betere
resultaten dan onze gekozen vertegenwoordigers. Lang leven de directe democratie. http://driegeleding.blogspot.nl/2014/09/revitalisering-van-de-democratie-door.html
Deze resultaten sluiten
ook aan bij de nieuwe stroming van grootschalige veldexperimenten in de
economische wetenschap, zoals beschreven in het boek “Alles is economie”.
Dergelijke veldexperimenten geven veel meer betrouwbare resultaten,
dan alle afzonderlijke theoretische economen en econometrische modellen
aangeven. Zie ook: